Eilandenrivier Intro
Een geologische verkenning langs de S i m p a n g k a n a n k i r i
- bronrivier van de E i l a n d e n r i v i e r -
Irian Jaya Barat — West Nieuw Guinea
Auteur: Jan Verhofstad
Veel figuren en foto’s zijn te vergroten door aanklikken van de afbeelding.
- Introductie -
Als onderdeel van het Gouvernement van (voormalig) Nederlands Nieuw Guinea (NNG) had het Kantoor voor het Mijnwezen te Hollandia de taak om delfstoffen op te sporen en om geologische verkenningen uit te voeren. Naar aanleiding van een melding in de archieven van het Kantoor, voerden mijningenieurs in 1960 een voorbereidend onderzoek uit naar stroomgoud in grindbanken langs de Eilandenrivier. Daartoe werd op circa 180 km van de bestuurspost Agats een basiskamp aan de rivier ingericht voor een bezetting met personeel en een veertigtal arbeiders. Stroomopwaarts van het Basiskamp werd een werklocatie geselecteerd (Bivak I) om ter plaatse het gemelde stroomgoud te evalueren. Tegelijkertijd werd in 1960 een verkenning ondernomen vanuit dit ‘goud’bivak om het Centrale Bergland te trachten te bereiken. Dit gelukte slechts tot de eerste grote zijrivier, de Simpang kanan (rechter zijrivier); daarbij werden drie bivakken aangelegd, bivak II - IV.
Vanaf de bestuurpost Agats tot Bivak I (het ‘goud’ bivak) kon veel transport van materieel, personeel en arbeiders/dragers plaatsvinden met een eigen 9-meter motorboot. Daarna, stroomopwaarts, slechts met prauwen voorzien van buitenboordmotor. Ondiepe trajecten met grind op de bodem en meegesleurde bomen waren moeilijk of niet bevaarbaar. Steeds vaker moest dan de rivier te voet gevolgd worden en moesten prauwen over land meegesjouwd worden.
- LINK - Positie van de Eilandenrivier op een uitsnede van de topografische kaart van West NG (1956).
De vernieuwde staf begint in 1961 aan een geologische verkenning in het brongebied van de Eilandenrivier in de zuidelijke ketens van het Centrale Bergland. Beperkte reeksen Amerikaanse luchtfoto’s uit WO-II bleken hierbij van weinig nut door mindere kwaliteit en dichte begroeiing; de opnames waren uitsluitend oblique. Goed zichtbaar op de foto’s, en geheel onverklaarbaar, werden in de dichte tropische begroeiing twee langgerekte kale plekken aangetroffen nabij de vermoede oorspong van de Simpang kanan kiri. Deze locatie werd tot doelgebied van de expeditie bestemd. Enige visie op de aldaar voorkomende geologie was niet mogelijk.
Eén van die kale plekken werd uiterst moeizaam bereikt. De locatie was geologisch interessant, maar verdere voortgang van de verkenning bleek nauwelijks mogelijk door de aard van het terrein.
Politieke ontwikkelingen en vertrek van het Bestuur over Nederlands Nieuw Guinea verhinderde verslaglegging en publicatie van de verzamelde gegevens. De auteur keerde eerst 12 jaar na vertrek uit NNG terug naar Nederland.
.
De in mijn verhaal voorkomende opzichter bij het Mijnwezen, De Herdt, nam deel aan de expeditie. Na gedwongen vertrek uit Nieuw Guinea diende hij vele jaren als bibliothecaris op het Geologisch Instituut. Ik beval hem hiervoor aan omdat hij als enige medewerker op het kantoor voor het Mijnwezen de weg wist in de aanwezige literatuur. |