H3-terrein Nijkerk

 

HET TERREIN NIJKERK

 

 

 

Op kaarten uit de zeventiende en achttiende eeuw van Amsterdam komen tussen de Plantage en de Stadswallen twee eilanden voor. Het noordelijke eiland  is omsloten door de (Nieuwe) Prinsengracht, de (Plantage) Muidergracht, de (Nieuwe) Achtergracht en de Roetersburgwal. Het zuidelijke eiland wordt begrensd door de drie laatstgenoemde grachten en aan de zuidzijde door de Lijnbaansgracht. Op dit eiland, doorsneden door de smalle Roeterssloot, zijn in de zeventiende eeuw brandenwijnstokerijen gevestigd waaraan het zijn oorspronkelijke naam ‘Branderseiland’ ontleent. Later wordt het aangeduid als ‘Roeterseiland’ naar schepen Hendrik Roeters (1617-1699) die het gebied in bezit heeft. 

In de eerste helft van de negentiende eeuw zijn op het noordelijke eiland de `Stadsbelten’ gelegen. Voor de aanvoer van het afval graaft men – parallel aan de Roetersburgwal – tussen de Nieuwe Prinsengracht en de Nieuwe Achtergracht twee vaarten, waardoor drie kleinere eilanden ontstaan. Op het oostelijkste eiland staat in de tweede helft van de negentiende eeuw een fabriek van stoomwerktuigen, ongeveer  op de plaats van het latere Geologisch Instituut.

Kort na de demping van de Roetersburgwal (1873) volgt de aanleg van de Roetersstraat die tot de Nieuwe Achtergracht het tracé van de voormalige Roetersburgwal volgt en vervolgens met een “knik” afbuigt en langs het ‘Werkhuis’ (1782; thans Dr. Sarphatihuis) verder gaat naar de Plantage Middenlaan. In die tijd verdwijnt ook de westelijke vaart.

Rond 1885 worden langs de Nieuwe Achtergracht tussen de Roetersstraat en de oostelijke vaart de Antonidesschool (nr. 121) en de Herman Eltenschool (nrs. 123 en 125) gebouwd. In 1888 begint langs de Roetersstraat en de Nieuwe Prinsengracht de bouw van het Scheikundig Laboratorium dat in 1891 wordt ingewijd. Na demping van de oostelijke vaart (rond 1915), volgt in de jaren 1930-1934 de tweede universitaire bebouwingsfase waarin op het ‘terrein Nijkerk’ - het braakliggende gebied ten oosten van het Scheikundig Laboratorium en de Herman Eltenschool - het Geologisch Instituut en de Laboratoria voor Organische Chemie en Thermodynamica worden gebouwd. Tijdens volgende fases van bebouwing, gestart in het begin van de jaren zestig, verrijst op de noordelijke en zuidelijke ‘eilanden’ het ‘Roeterseilandcomplex’, bestaande uit meerdere hoge en grootschalige universitaire gebouwen. Op het noordelijke ‘eiland’ verdwijnen de twee scholen en het in 1987 afgebrande Scheikundig Laboratorium; op het zuidelijke ‘eiland’ wordt vrijwel de gehele industriële bebouwing uit de negentiende eeuw afgebroken.