H5-Maria Dermoût en Aldert Brouwer

 

Maria Dermoût en Aldert Brouwer

 

 

Na de dood van haar man zoekt Maria weer contact met Brouwer en er vinden vele ontmoetingen plaats in binnen- en buitenland. Uit Freriks’ biografie blijkt echter dat het – zeker in latere jaren – een `eenrichtingsliefde’ was, omdat Brouwer zich afstande­lijk opstelde. Zo schrijft Maria in mei 1955 in haar dagboek dat zij zich zorgen maakt over hun moeizame verhouding. Hij was veel te lang weg op zijn verre reizen, liet weken of maanden niets van zich horen en omring­de zich bovendien graag met vrouwen, zodat ze het idee had hem voort­durend te moeten delen. En toen zij Aldert in oktober 1959 tegen kwam op de hoek van de Beetho­venstraat en de Stadionweg (waaraan Brouwer woonde op nummer 90 tweehoog) negeerde hij haar volkomen. Thuisgekomen schrijft zij in haar dag­boek: `Wat heb ik toch misdaan om zo weinig gekre­gen te hebben’.

Op de laatste bladzijde van het dagboek schrijft Ettie in het najaar van 1959 dat haar moeder toen op het flat van Brouwer paste en van die gelegen­heid gebruik maakte om zijn apparte­ment op te knappen. Zij verfde, repareerde de vloerbe­dekking, maakte mappen voor zijn foto’s, naaide schoenenzakken en zat uren op haar knieën de overtrek van de bank te repareren, want Aldert hield niet van geld uitgeven. Maria Dermoût moet voor Brouwer de meest `trouwe dienares’ zijn geweest die hij zich kon wensen! Zij overlijdt op 27 juni 1962. Bij haar begrafenis in Noordwijk zijn slechts een tiental personen aanwezig, onder wie Brouwer.

Ook uit zijn moeizame relatie met Maria blijkt dat Brouwer niet in staat was tot diepgewortelde vriendschap en liefde voor anderen. De geologie was zijn enige grote liefde.